Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht ‘Parkeerkosten bij ziekenhuis rijzen de pan uit’

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over het bericht ‘Parkeerkosten bij ziekenhuis rijzen de pan uit’

Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht ‘Parkeerkosten bij ziekenhuis rijzen de pan uit’? 1)

Vraag 2
Vindt u parkeerkosten oplopende tot 30 euro per dag acceptabel voor een bezoek aan het ziekenhuis?

Vraag 3
Bent u nog steeds van mening dat u geen enkele rol heeft in het feit dat patiënten flink op kosten worden gejaagd door de hoge parkeerkosten? Hoe beoordeelt u dit in het kader van de stapeling van kosten waar veel patiënten toch al mee geconfronteerd worden? 2)

Vraag 4
Hoe gaat u ervoor zorgen dat het voor patiënten duidelijker wordt dat regelmatige bezoekers bij veel ziekenhuizen kortingstarieven, dagkaarten of abonnementen kunnen aanvragen? Zouden ziekenhuizen een dergelijke regeling volgens u ook voor niet-regelmatige bezoekers moeten instellen? Zo ja, hoe gaat u dit stimuleren? Zo nee, waarom niet? 3)

Antwoord vragen 1 t/m 4

Zoals ik eerder ook aan de Kamer heb laten weten [1], moet vooropgesteld worden dat hoge parkeertarieven bij ziekenhuizen voor patiënten en bezoekers natuurlijk niet prettig zijn. Vooral als men lang of vaak naar het ziekenhuis moet. Het parkeerbeleid en de tarieven zijn een verantwoordelijkheid van ziekenhuizen en gemeenten. Het beleid ten aanzien van parkeertarieven is daarbij afhankelijk van de lokale context.

Ik vind het van belang dat ziekenhuizen hun patiënten goed en actief informeren over de mogelijkheden die er zijn om bij veelvuldig gebruik en langdurig verblijf de parkeerkosten te beperken, bijvoorbeeld door te wijzen op de beschikbare kortingsmogelijkheden. VWS heeft de veldpartijen, via het bestuurlijk overleg MSZ, gewezen op de terugkerende Kamervragen en het belang dat patiënten en bezoekers goed worden geïnformeerd. Het is vervolgens aan ziekenhuizen om hier invulling aan te geven, voor zover dit niet al gebeurt.

Ten aanzien van de stapeling van kosten is relevant dat er op verschillende manieren voor wordt gezorgd dat de zorguitgaven voor patiënten worden beperkt. Zo is er vanuit VWS voor het vervoer van en naar het ziekenhuis voor specifieke groepen patiënten de regeling ziekenvervoer. Alle typen vervoer kunnen vergoed worden: van de eigen auto, taxi tot openbaar vervoer. In deze regeling is tevens voorzien in een hardheidsclausule voor patiënten die langdurig lang moeten reizen. Deze regeling is per 2019 uitgebreid. Het vervoer wordt vanaf 1 januari 2019 niet alleen vergoed bij een behandeling, maar omvat ook het vervoer naar consulten, onderzoek en controles die als onderdeel van de behandeling noodzakelijk zijn. Daarnaast wordt vanaf 2020 mogelijk gemaakt dat patiënten ook een logeervergoeding kunnen krijgen in plaats van een vergoeding voor vervoerskosten.

Vraag 5

Wat hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de koepels van ziekenhuizen ondernomen nadat u hen op de terugkerende vragen over parkeertarieven heeft gewezen? 4)

Antwoord 5

Zoals toegezegd mijn brief aan uw Kamer van 2 september 2019 [2] heeft VWS bij de koepels voor ziekenhuizen (NVZ en NFU) en gemeenten (VNG) aandacht gevraagd voor de parkeertarieven. Deze partijen zijn in dat kader niet gevraagd om een formele reactie. Er is ambtelijk navraag gedaan naar relevante informatie en ondernomen acties.

De NVZ geeft aan dat zij in mei een onderzoek hebben verricht naar de parkeertarieven van hun leden. De conclusie van het onderzoek was dat er op dat moment bij 13 ziekenhuizen gratis kon worden geparkeerd. Bij de overige 84 locaties moet parkeergeld worden betaald; veelal om de exploitatiekosten te kunnen dekken. Uit het eigen onderzoek van de NVZ kwam daarnaast dat het gemiddelde uurtarief 1,37 euro is, volgens de NVZ is dit vergelijkbaar met - en vaak goedkoper dan - het uurtarief van andere parkeerterreinen. De NVZ geeft verder aan dat op alle websites van de ziekenhuizen informatie staat over de hoogte van de parkeertarieven en mogelijke kortingen. De NVZ heeft de communicatieafdelingen van de ziekenhuizen gevraagd om de informatie over parkeertarieven op hun website te checken. Afsluitend heeft de NVZ mij laten weten te onderzoeken of er een manier is om de parkeertarieven op één plek transparant te maken.

De NFU geeft aan dat de signalen zijn voorgelegd aan de umc’s. Het is vervolgens aan de umc’s om, indien nodig, maatregelen te treffen. De NFU geeft verder aan dat de meeste umc’s goed bereikbaar zijn via openbaar vervoer en bovendien zijn gevestigd op locaties waar sprake is van een forse parkeerdruk. Dat betekent dat als de parkeertarieven te laag worden, de parkeergelegenheid snel volloopt met publiek dat niet voor het ziekenhuis komt. Tarieven van de parkeergelegenheden bij de ziekenhuizen moeten daarom aansluiten bij de tarieven voor de omliggende parkeergelegenheid. Afsluitend geeft de NFU aan dat umc’s transparant zijn over de tarieven en in de meeste gevallen ook heldere informatie wordt verschaft over de mogelijkheid voor lagere tarieven voor patiënten.

De VNG is tevens gewezen op de terugkerende vragen over parkeertarieven en de recente petitie van KBO-PCOB. Het is aan individuele gemeenten om hier eventueel iets mee te doen.

Vraag 6

Wilt u nagaan of het ziekenhuis OLVG winst maakt op het parkeren? Kunt u dit toelichten?

Vraag 7

Wat vindt u van het principe dat parkeren geen melkkoe mag zijn voor een ziekenhuis, dus geen winstgevende activiteit? Onderschrijft u dit?

Antwoord vragen 6 en 7

Zoals ik aangaf bij mijn antwoorden op de vragen 1 t/m 4 ligt de verantwoordelijkheid voor parkeertarieven bij ziekenhuizen en gemeenten en moet dit in de lokale context worden bezien. Ik zie derhalve geen rol voor VWS om na te gaan of het OLVG winst maakt op parkeren.

Ik ben van mening dat buitensporige winsten bij parkeergelegenheden van ziekenhuizen onwenselijk zijn. De hoogte van de parkeertarieven kan niet worden losgezien van de lokale situatie. De hoogste parkeertarieven bij ziekenhuizen zijn met name te zien in grote steden waar de parkeertarieven al hoog zijn. De hoge grondprijs is hierbij een van de factoren. De kosten van de grond, alsmede andere kosten die samenhangen met het exploiteren van een parkeergelegenheid, zullen moeten worden gedekt. Daarnaast is relevant dat het lager vaststellen van de parkeertarieven bij deze ziekenhuizen negatieve effecten met zich kan meebrengen. Immers, als de parkeertarieven bij die ziekenhuizen lager worden dan in het omringende gebied, is de kans immers groot dat ander publiek de auto bij het ziekenhuis parkeert. Dit kan ten koste gaan van de bereikbaarheid van het ziekenhuis voor patiënten en bezoekers. Overigens betekent laatstgenoemde niet dat de parkeertarieven voor patiënten ook hoog moeten zijn. Zoals eerder aangegeven kunnen ziekenhuizen ervoor kiezen om de parkeerkosten voor patiënten te verminderen, bijvoorbeeld door het aanbieden van uitrijkaarten of andere kortingsmogelijkheden.

Vraag 8

Bent u bereid met de ziekenhuizen te komen tot een maximering van de tarieven en afspraken te maken dat op het parkeerbedrijf geen winst mag worden gemaakt?

Antwoord 8

De verantwoordelijkheid voor parkeertarieven ligt bij ziekenhuizen en gemeenten en moet in lokale context worden bezien. Ik ben derhalve niet voornemens om met de ziekenhuizen te komen tot maximering van tarieven en/of afspraken te maken over eventuele winst. Zie ook mijn antwoorden op vragen 1 t/m 7.

1) Algemeen Dagblad, 6 november 2019, 'Parkeerkosten bij ziekenhuis rijzen de pan uit'; https://www.ad.nl/binnenland/parkeerkosten-bij-ziekenhuis-rijzen-de-pan-uit~aee3b3d9/

2) Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2013–2014, 2013Z20566, Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2012–2013, 2013Z00249, Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2017–2018, 2018Z02088, Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2017–2018, 2019Z05081.

3) Trouw, 7 december 2018, 'Wat kost parkeren bij ziekenhuizen toch veel geld'; https://www.trouw.nl/nieuws/waarom-kost-parkeren-bij-ziekenhuizen-toch-zo-veel-geld~bf5cb3c59/

4) Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1953.



[1] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 587, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 774, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1177, Aanhangsel Handelingen vergaderjaar 2018–2019, nr. 1953, Aanhangsel Handelingen vergaderjaar 2018–2019, nr. 2709, Aanhangsel Handelingen vergaderjaar 2018–2019, nr. 3190

[2] Kamerstukken 2018-2019, nr. 2019D33604

Indiener(s)