Nr. 174 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 maart 2023

In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, over het prioriteringskader voor uitbreidingsinvesteringen van de netbeheerders. Dit prioriteringskader is in december jl. aangekondigd in de Voortgangsbrief Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) (Kamerstukken 29 826 en 31 239 en 30 196, nr. 155). Met het prioriteringskader neem ik vanaf het eerstkomend investeringsplan 2024 meer regie op de volgorde van uitbreidingen van het elektriciteitsnet.

De leden Bontenbal en Thijssen (Kamerstuk 32 813, nr. 775), netbeheerders en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hebben het kabinet hiertoe eerder opgeroepen. Dit prioriteringskader is in nauwe samenwerking met de ACM en de netbeheerders vormgegeven. Daarnaast is samen met medeoverheden bekeken hoe provinciale ontwikkelingen goed meegenomen kunnen worden in het prioriteringskader. Vanzelfsprekend heeft netcongestie al langer prioriteit. Netbeheerders investeren gezamenlijk jaarlijks 3,9 miljard euro om netcapaciteit te vergroten. Ook werk ik met een groot aantal betrokken partijen aan een fors aantal acties om netcongestie te verminderen, zoals ook in het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN) aangekondigd (Kamerstuk 29 023, nr. 383).

Kernpunten prioriteringskader

Het uitgangspunt van het prioriteringskader is om extra gewicht en daarmee prioriteit te geven aan MIEK-projecten. Daarmee krijgen projecten uit het (nationaal en provinciaal) MIEK een prioritaire status om zo de grootste maatschappelijke impact te realiseren. Projecten die geen MIEK-status hebben, komen wel in het investeringsplan en worden dus ook gerealiseerd. Het prioriteringskader werkt daarmee als een aanvullend instrument om binnen de duizenden investeringen van de netbeheerders te prioriteren. Aandachtspunt hierbij is dat het aantal projecten met deze MIEK-status beperkt blijft. Zowel op nationaal als regionaal niveau worden MIEK-projecten benoemd.

Nationaal MIEK

De netbeheerders, energieproducenten en industrie identificeren door middel van de Cluster Energiestrategieën (CES'en) en de Verbindingen Aanlanding Wind op Zee (VAWOZ) de benodigde toekomstige energie-infrastructuur van nationaal schaalniveau. In een zorgvuldig afwegings- en besluitvormingsproces worden alle potentiële MIEK-projecten beoordeeld op toekomstbestendigheid, urgentie, nationaal schaalniveau en klimaatwinst. De nationale MIEK-projecten zijn op dit moment onder andere de verbindingen van windparken op zee en de verzwaring van elektriciteitsnetten voor de verduurzaming van de vijf grootste industrieclusters. In het jaarlijkse Bestuurlijk Overleg MIEK stelt de Minister van Economische Zaken en Klimaat samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Minister voor Klimaat en Energie vervolgens de geselecteerde MIEK-projecten van nationaal schaalniveau vast. Dit proces is in 2021 gestart. Ik informeerde uw Kamer in december 2022 over de voortgang van het nationaal MIEK (Kamerstukken 29 826 en 31 239 en 30 196, nr. 155). Het nationaal MIEK zal in de toekomst ook mede gevoed worden door het provinciaal MIEK.

Provinciaal MIEK

De provincies, gemeenten en netbeheerders identificeren de benodigde toekomstige energie- en grondstoffeninfrastructuur van regionaal schaalniveau. Op basis van regionale ontwikkelingen en ruimtelijke plannen voor o.a. woningbouw, de lokale warmtetransitie, duurzame opwek, elektrisch vervoer, (de verduurzaming van) de agrarische sector en de verduurzamingsplannen van CES cluster 6 en regionale industrie worden de belangrijkste projecten op regionaal schaalniveau geïdentificeerd. Deze provinciale MIEK-projecten worden vastgesteld door gedeputeerde staten in afstemming met onder andere netbeheerders en gemeenten. In het eerste kwartaal van 2023 verwacht ik de provinciale MIEK’s van iedere provincie.

MIEK en investeringsplannen netbeheerders

Prioritering met het nationaal en provinciaal MIEK voegt een explicitering van maatschappelijk belang toe in de manier van vaststellen van de investeringsplannen van de netbeheerders en wordt toegepast in het eerstvolgende investeringsplan (2024) van de netbeheerders voor elektriciteit waarbij rekening wordt gehouden met lopende investeringsopgaven uit eerdere investeringsplannen. Zie voor een schematische weergave van dit proces figuur 1.

Figuur 1. Schematische beschrijving proces vaststellen investeringsplannen

Figuur 1. Schematische beschrijving proces vaststellen investeringsplannen

Toetsing

Uitgaande van het bestaande wettelijke stelsel van toetsing van investeringsplannen door de ACM en de Minister voor Klimaat en Energie, zal in die toetsing ook worden betrokken of het vast te stellen kader voor maatschappelijke prioritering voldoende transparant en navolgbaar is toegepast.

Wat is het prioriteringskader wel, wat is het niet?

Gebalanceerde prioriteit

Bij het bepalen van de volgorde van uitbreidingsinvesteringen houden netbeheerders rekening met technische, economische en maatschappelijke waarden. Zij kijken bijvoorbeeld of veiligheid en leveringszekerheid naar huidige aangeslotenen gewaarborgd blijft. Daarnaast houden zij bij het inplannen van de werkzaamheden rekening met de afhankelijkheden tussen de verschillende projecten binnen een gebied. Het prioriteringskader zorgt ervoor dat MIEK-projecten altijd een hoge maatschappelijke waarde meekrijgen in de weging van de netbeheerders.

Prioriteren en acties om netcongestie aan te pakken

Alle projecten in het investeringsplan van de netbeheerder worden uitgevoerd. Wel kan het prioriteren van de ene uitbreiding ertoe leiden dat andere uitbreidingen enige vertraging oplopen. Het is immers niet mogelijk om alle investeringen tegelijk uit te voeren, onder andere door gebrek aan (technisch) personeel.

Het prioriteringskader is een manier waarop maatschappelijke prioriteiten gesteld kunnen worden, het is geen oplossing voor netcongestie. Daarom blijf ik samen met de netbeheerders en decentrale overheden inzetten op een fors aantal acties om netcongestie te verminderen, waaronder het slimmer gebruik maken van het netwerk, zoals ook in het LAN (Kamerstuk 29 023, nr. 383) omschreven.

Om doorlooptijden te verkorten is focus en aandacht nodig van alle partijen in de realisatieketen om de benodigde grondposities en vergunningen te verkrijgen. Het proces om nationale en provinciale MIEK-projecten te selecteren helpt ook om focus aan te brengen en om gezamenlijk regie op het proces van de realisatie van de projecten te houden. Zo kunnen MIEK-projecten versneld worden als ze ook een RCR-project1 zijn. Binnenkort informeer ik uw Kamer over verschillende andere initiatieven die ik inzet voor het versnellen van procedures en processen voor de aanleg van energie-infrastructuur.

Scope prioriteringskader

Met behulp van het investeringsplan voeren netbeheerders verplichtingen uit zoals netuitbreidingen, onderhoud, vervangingen en de uitvoering van het ontwikkelkader windenergie op zee2. Het door mij vast te stellen prioriteringskader voor investeringen gaat over netuitbreidingen zoals onderstations en kabelverbindingen en niet over de aansluitvolgorde van individuele klanten (een bedrijf, school, kantoorgebouw) op het netwerk. Bij het aansluiten van individuele klanten op het net geldt voor netbeheerders het (Europese) non-discriminatiebeginsel. Tot nu toe wordt hieraan door netbeheerders op grondslag van de door de ACM vastgestelde Netcode Elektriciteit invulling gegeven via het principe van «first come first serve». In een recent persbericht heeft de ACM aangegeven om ruimte te willen bieden aan netbeheerders om bij het verlenen van nettoegang in congestiegebieden voorrang te verlenen aan individuele projecten die helpen congestie te verminderen of aan projecten met een maatschappelijke functie.3 Hiermee kan in specifieke gevallen worden afgezien van het first come first serve principe. De ACM zal hiertoe op korte termijn een codewijzigingstraject starten en heeft aangegeven dat netbeheerders hier onder voorwaarden in concrete gevallen op kunnen anticiperen.

Met de door mij en door de ACM ingezette acties ontstaat dus een begrensde mogelijkheid van prioritering op zowel het niveau van investeringen in het netwerk als op het niveau van individuele verzoeken voor aansluiting op het net. Hoe hier invulling aan kan worden gegeven zoekt de ACM nu verder uit.

Systemische prioritering vraagt nadere uitwerking

Het is cruciaal om energievraag en -aanbod gebiedsgericht bij elkaar te brengen om netcongestie en uitbreidingen van het elektriciteitsnet te voorkomen. Ik onderzoek dit jaar samen met de netbeheerders hoe meer rekening gehouden kan worden met efficiëntie binnen het energiesysteem. Daarbij onderzoek ik hoe we de principes uit de contourenbrief van het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE)4 naar het prioriteringskader kunnen vertalen. Dit principe van systeemefficiëntie vraagt verdere uitwerking door de netbeheerders voordat het volledig toegepast kan worden.

Vervolg

Met deze brief starten wij met de implementatie van het prioriteringskader dat uiteindelijk verankerd zal worden in de Energiewet. Die verankering neem ik mee bij het verwerken van het advies van de Raad van State. Ik vind het belangrijk dat de netbeheerders het prioriteringskader direct kunnen toepassen bij het eerstvolgende investeringsplan. Daarom kom ik dit voorjaar met een Ministeriële Regeling gebaseerd op de huidige Elektriciteitswet. De ontwerp-investeringsplannen worden in november 2023 online gepubliceerd voor consultatie. Na toetsing van de ACM worden de definitieve investeringsplannen in het voorjaar van 2024 gepubliceerd. Ik zal uw Kamer op dat moment informeren over de investeringsplannen en de toepassing van het prioriteringskader.

Met dit prioriteringskader haal ik de uitbreidingen van het elektriciteitsnet met grote maatschappelijke impact naar voren zodat de verduurzaming van Nederland een stap sneller gaat.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten


X Noot
1

Rijkscoördinatieregeling (RCR) (rvo.nl). MIEK-projecten vallen vaak onder de RCR, maar andersom zijn niet alle RCR-projecten ook MIEK-projecten.

X Noot
2

Kamerstuk 33 561, nr. 53.

X Noot
4

Kamerstuk 29 826, nr. 151.