Vragen van de leden Piri (GroenLinks-PvdA) en Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het ontzeggen van toegang aan de Brits-Palestijnse dokter Ghassan Abu-Sittah tot het Schengengebied (ingezonden 10 mei 2024).

Vraag 1

Met welke reden(en) heeft het kabinet besloten om geen uitzondering te maken op het Duitse inreisverbod tot het Schengengebied voor de Brits-Palestijnse chirurg Ghassan Abu-Sittah?

Vraag 2

Is er overwogen om een uitzondering te maken en zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Weet u op welke gronden de Duitse autoriteiten de heer Abu-Sittah toegang tot het Schengengebied hebben ontzegd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Vindt het kabinet juist niet dat de heer Abu-Sittah zijn ervaringen in Gaza tijdens de eerste maanden van de oorlog met het Europese publiek zou moeten kunnen delen, in het bijzonder omdat Israël geen internationale journalisten en waarnemers toelaat tot Gaza?

Vraag 5

Bent u ervan op de hoogte dat de heer Abu-Sittah in januari 2024 in Den Haag heeft deelgenomen aan het lopende onderzoek van het Internationaal Strafhof naar misdrijven gepleegd in de bezette Palestijnse Gebieden?

Vraag 6

Is bekend of de heer Abu-Sittah een afspraak had met een internationale organisatie zoals het ICC, ICJ of OPCW tijdens zijn geplande bezoek aan Nederland? Zo ja, wat voor consequenties heeft het dat Nederland kan bepalen welke getuigen wel/niet kunnen worden gehoord door dit soort internationale organisaties die onderzoek doen naar o.a. schendingen van het internationaal recht?

Vraag 7

Is het kabinet in overleg getreden met het Internationaal Strafhof of andere internationale organisaties over het al dan niet volgen van het Duitse inreisverbod tegen de heer Abu-Sittah?

Vraag 8

Is de heer Abu-Sittah volgens u een getuige, dan wel een persoon die onder artikel 26 of artikel 29 van het Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en Nederland bepaalde bescherming geniet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Is de heer Abu-Sittah volgens u een deskundige die onder artikel 14 van het Gastlandverdrag tussen Nederland en de OPCW bepaalde bescherming geniet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Als het antwoord op vraag 8 of 9 bevestigend is, hoe strookt het inreisverbod met de rechten van Abu-Sittah onder beide verdragen?

Vraag 11

Deelt het kabinet de mening dat Nederland als gastland van internationale organisaties die onderzoek doen naar schendingen van het internationaal recht, een speciale verantwoordelijkheid heeft om toegang te verlenen tot getuigen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Wilt u deze vragen elk afzonderlijk en vóór woensdagavond 15 mei beantwoorden?

Naar boven

Disclaimer

De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.