Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het bericht «Utrecht wil niet meer samenwerken met Eneco en eigen warmtebedrijf oprichten» (ingezonden 26 april 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Utrecht wil niet meer samenwerken met Eneco en eigen warmtebedrijf oprichten»?1

Vraag 2

Hoe duidt u de ontwikkelingen die worden omschreven in het artikel?

Vraag 3

Verwacht u dat draagvlak voor de realisatie van warmtenetten in Utrecht en daarbuiten door deze problematiek minder wordt?

Vraag 4

Welk signaal wordt hiermee afgegeven aan bedrijven die nu nog actief zijn in de warmtetransitie? Deelt u de mening dat dit de investeringsbereidheid in de warmtetransitie vermindert?

Vraag 5

Heeft de keuze voor een publiek warmtebedrijf additionele financiële consequenties voor het Rijk? Zo ja, hoe groot zijn deze? Zo nee, deelt u de mening dat het Rijk niet financieel aan de lat moet staan voor een dergelijke lokale politieke keuze op dit vlak?

Vraag 6

In hoeverre lopen de inwoners van de desbetreffende wijk het risico op een fors hogere energierekening dan oorspronkelijk voorgesteld voor deze ontwikkeling? Bent u in gesprek met de gemeente om te voorkomen dat de energierekening voor deze mensen onbetaalbaar wordt?

Vraag 7

Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?


X Noot
1

NOS, 24 april, «Utrecht wil niet meer samenwerken met Eneco en eigen warmtebedrijf oprichten», https://nos.nl/regio/utrecht/artikel/512838-utrecht-wil-niet-meer-samenwerken-met-eneco-en-eigen-warmtebedrijf-oprichten

Naar boven

Disclaimer

De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.