Vragen van de leden Beckerman (SP), Van Tongeren (GroenLinks) en Nijboer (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de afhandeling van oude schades (ingezonden 8 mei 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Vraagtekens bij succesverhaal wegwerken oude schades door de NAM»?1

Vraag 2

Bent u het eens met de kwalificatie dat het voorspoedig afhandelen van oude schades slechts «schone schijn» is? Zo ja waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Herkent u zich in het geschetste beeld dat gedupeerden een te laag aanbod ontvangen?

Vraag 4

Wat vindt u van de kritiek dat het onmogelijk is een goede calculatie te maken als er niet ter plaatse geïnspecteerd wordt?

Vraag 5

Bent u van mening dat zes weken te kort is voor gedupeerden om hun zaak aan te melden bij de arbiter?

Vraag 6

Gaat u voor uw oordeel over hoe succesvol de afhandeling van de oude schades enkel af op berichten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de commissaris van de Koningin in Groningen?

Vraag 7

Klopt het dat gedupeerden uit het voormalig «buitengebied» volgens de brief van de NAM recht hebben op de waardevermeerderingsregeling maar deze niet bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) aan kunnen vragen? Kunt u toezeggen dat deze groep zo snel mogelijk gebruik kan maken van deze regeling?

Vraag 8

Kunt u toezeggen ook onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de tevredenheid van de gedupeerden?

Vraag 9

Is er een onafhankelijk meldpunt waar gedupeerden zich met vragen en klachten kunnen melden? Bent u indien dat niet het geval is bereid een meldpunt op te laten richten?

Vraag 10

Kunt u een termijn stellen waarbinnen de NAM uitspraken van de arbiter moet opvolgen?

Vraag 11

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het rondetafelgesprek over gaswinning uit het Groningenveld op 17 mei 2018?

Naar boven

Disclaimer

De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.