Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het artikel «Energieleveranciers misleiden klanten met CO2-gecompenseerd gas» (ingezonden 13 mei 2024).

Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 4 juni 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met artikel «Energieleveranciers misleiden klanten met CO2-gecompenseerd gas»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat energieleveranciers consumenten CO2-gecompenseerd gas hebben aangeboden, waarvan nu blijkt dat deze projecten gemiddeld tien keer slechter presteren dan beloofd of dat er in sommige gevallen helemaal geen compensatie-effect is geweest?

Antwoord 2

Het klopt dat er uit onderzoeken is gebleken dat er koolstofcertificaten op de markt zijn die niet de beloofde CO2-reductie of verwijdering hebben opgeleverd vanwege een legio aan redenen. Dit draagt niet bij aan de reputatie van de markt en weerhoudt mogelijke kopers van koolstofcertificaten zoals bedrijven of organisaties, maar ook burgers, om via deze certificaten te investeren klimaatprojecten. Dat het niet de beloofde CO2-reductie of verwijdering oplevert betekent niet dat het steunen van klimaatprojecten helemaal geen positieve effecten heeft. Het betekent wel dat het vervolgens claimen van bijvoorbeeld klimaatneutraliteit of emissiereductie niet altijd een eerlijke claim is.

Vraag 3

Hoe wordt er voorkomen dat consumenten worden misleid met CO2-gecompenseerd gas dat duurzamer lijkt dan dat het daadwerkelijk is? Welke lessen trekt u uit deze misstanden?

Antwoord 3

Recentelijk is er een Europees akkoord gesloten over een richtlijn ten behoeve van een grotere rol voor de consument bij de groene transitie. Deze richtlijn voert nieuwe regels in voor bedrijven die vrijwillige duurzaamheidsclaims doen, bijvoorbeeld op basis van CO2-compensatie.2 Deze wetgeving, die medio 2026 ingaat, verbiedt het bedrijven onder meer om te beweren dat een product dankzij de compensatie van broeikasgasmeissies een neutraal, verminderd of positief milieueffect heeft.3 Dit veronderstelt namelijk ten onrechte dat de productie geen klimaatimpact heeft. Bovendien moeten bedrijven, wanneer zij een milieuclaim doen die betrekking heeft op toekomstige milieuprestaties4, nauwkeurig uiteenzetten hoe zij dit doel gaan bereiken. Dit moet aan de hand van een publiek toegankelijk uitvoeringsplan dat meetbare en tijdsgebonden doelen stelt, ingaat op de toewijzing van (financiële) middelen, en dat regelmatig wordt geverifieerd door een onafhankelijke externe deskundige. De conclusies van deze deskundige moeten eveneens ter beschikking worden gesteld aan consumenten.5 Ondernemingen mogen nog wel reclame maken over hun investeringen in milieu-initiatieven, bijvoorbeeld middels de aanschaf van koolstofcertificaten van klimaatprojecten, zolang zij niet beweren dat dit de schadelijke effecten van de totstandkoming van het product reduceert of neutraliseert.6 Absolute termen zoals klimaatneutraal en CO2-gecompenseerd dienen hierbij hoe dan ook vermeden te worden.

Vraag 4

Wat kunt u doen om consumenten in de toekomst beter te beschermen tegen greenwashing op de energiemarkt?

Antwoord 4

Zoals beschreven in het vorige antwoord gaan er nieuwe regels gelden voor bedrijven met het doel om greenwashing tegen te gaan. Voordat deze nieuwe regels van kracht zijn, moeten bedrijven op basis van de wet oneerlijke handelspraktijken al het nodige doen om consumenten te informeren over de herkomst van hun producten en hun duurzaamheidskenmerken. De leidraad duurzaamheidsclaims van de ACM heeft tot doel om bedrijven hierbij duidelijkheid te geven over hun verplichtingen door aan te geven waar duurzaamheidsclaims aan moeten voldoen.7

Vraag 5

Hoe kan het voor consumenten transparanter worden gemaakt welke duurzame projecten worden gebruikt ter compensatie voor de CO2-uitstoot van gas en hoeveel compensatie dit oplevert? Zou een (Europees) keurmerk hieraan kunnen bijdragen?

Antwoord 5

Met het nieuwe EU verbod op compensatieclaims dat vanaf 2026 zal ingaan voor producten en diensten wordt een deel van dit transparantieprobleem opgelost. Daarnaast wordt er op dit moment onderhandeld over een EU-richtlijn8 ten aanzien van duurzaamheidsclaims op organisatieniveau, mogelijk dat hierin transparantievoorwaarden worden opgenomen wanneer gebruik wordt gemaakt van koolstofcertificaten voor klimaatclaims. Nederland heeft daarnaast, samen met een aantal EU-landen, een gemeenschappelijke positie op de vrijwillige markt ontwikkeld en aanbevelingen gepubliceerd tijdens de VN-klimaattop in Dubai afgelopen jaar.9 In deze aanbevelingen worden bedrijven of organisaties die koolstofcertificaten gebruiken voor duurzaamheidsclaims aangemoedigd hierover jaarlijks te rapporten in een publiek beschikbaar rapport met onder meer informatie over het type en de hoeveelheid certificaten. Het bevat tevens aanbevelingen om certificaten te kopen van hoge kwaliteit, die de beloofde emissiereductie of verwijdering kunnen waarmaken. Of een Europees keurmerk een waardevolle bijdrage is bovenop de al bestaande keurmerken vind ik een vraagstuk voor de markt. Indien partijen daartoe besluiten is het voorts, met de inwerkingtreding van voorgenoemde richtlijn voor duurzaamheidsclaims op producten en diensten, van belang dat deze keurmerken onafhankelijk worden gecertificeerd.10

Vraag 6

Wat zouden andere mogelijkheden zijn om te valideren of projecten daadwerkelijk zorgen voor voldoende CO2-compensatie? Wat wordt hieraan gedaan op EU-niveau?

Antwoord 6

In reactie op uw vraag verwijs ik u naar de antwoorden op vraag 3 en 4.


X Noot
1

Pointer op 25 april 2024; Energieleveranciers misleiden klanten met CO2-gecompenseerd gas | KRO-NCRV

X Noot
2

Rijksoverheid, «Consumenten beter beschermd tegen misleidende duurzaamheidsclaims», https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2024/04/17/consumenten-beter-beschermd-tegen-misleidende-duurzaamheidsclaims

X Noot
3

Bijlage punt 2) 4 quater), Richtlijn 2024/825.

X Noot
4

Een voorbeeld van een toekomstige milieuprestatie claim is: «ons bedrijf streeft naar CO2-neutraliteit in 2030».

X Noot
5

Art.1, lid 2 b) d), Richtlijn (EU) 2024/825.

X Noot
6

Overweging 12, Richtlijn (EU) 2024/825.

X Noot
7

ACM, Leidraad duurzaamheidsclaims, https://www.acm.nl/nl/publicaties/leidraad-duurzaamheidsclaims

X Noot
8

Fiche Green Claims richtlijn: Kamerstuk 22 112, nr. 3671

X Noot
9

Rijksoverheid, «Joint Statement on the Voluntary Carbon Market: The Claims Side», https://www.government.nl/documents/publications/2023/12/10/joint-statement-on-voluntary-carbon-market

X Noot
10

1) 2 bis), bijlage bij Richtlijn (EU) 2024/825.

Naar boven

Disclaimer

De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.