Vragen van de leden Michon-Derkzen en Peter de Groot (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over het bericht «Pandeigenaren zijn vernielingen door krakers zat: «Met een moker heb ik de deur ingebeukt»» (ingezonden 27 maart 2024).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 16 mei 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Pandeigenaren zijn vernielingen door krakers zat: «Met een moker heb ik de deur ingebeukt»» uit de Telegraaf van 24 maart 2024?1

Antwoord 1

Ja, daar ben ik mee bekend.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de stelling van vastgoedondernemers en pandeigenaren dat het aangescherpte kraakverbod weinig tot geen oplossing biedt?

Antwoord 2

Wetgeving werkt normerend en biedt een grondslag om op te treden. In hoeverre de aanscherping van de ontruimingsmogelijkheden van een gekraakt pand een verbetering opleveren zal moeten blijken uit de evaluatie die ik komend jaar zal laten uitvoeren.

Vraag 3, 4, 5, 7, 8, 10 en 11

Is het onderzoek naar een toename of afname van het aantal krakers over de afgelopen jaren inmiddels afgerond? Wanneer volgt de brief van het kabinet hierover?

Kunt u aangeven hoeveel kraakpanden sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving zijn ontruimd? Hoeveel van die kraakpanden zijn vreedzaam ontruimd en hoeveel ontruimingen zijn gepaard gegaan met wanordelijkheden en openbare ordeverstoringen?

In hoeveel gevallen is er ontruimd voor leegstand?

In hoeveel gevallen vertrekken krakers vrijwillig uit een gekraakt pand?

Zien politie en gemeenten vaak dezelfde individuele krakers? Behoren deze krakers tot een collectief?

Is de wetgeving waarin kraken is verboden voldoende effectief? Geeft de wet voldoende juridische instrumenten en capaciteit om het aantal krakers terug te dringen?

Wat gaat u doen om het kraakverbod beter te handhaven en het aantal krakers terug te dringen?

Antwoord 3, 4, 5, 7, 8, 10 en 11

Zoals de Eerste Kamer bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in 2021 is toegezegd2, zal de aldus gewijzigde wet drie jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd. Aangezien de wetswijziging op 1 juli 2022 in werking is getreden, volgt de eindevaluatie in 2025. Overigens bestaat het gehele evaluatie-onderzoek uit een zogenaamde 0- en 1-meting en een eindevaluatie. De 0-meting is vorig jaar naar uw Kamer gestuurd en ik verwacht uw Kamer in de loop van dit voorjaar de 1-meting te kunnen toesturen. De eindevaluatie volgt, zoals gezegd, in 2025. Op basis van deze onderzoeken zal ook iets gezegd kunnen worden over de ontwikkeling van het aantal kraakincidenten, ontruimingen en overige hierboven in de vragen aangehaalde kwesties.

Vooruitlopend daarop kan ik wel stellen dat het strafrechtelijk instrumentarium, dat met opeenvolgende wetswijzigingen is aangescherpt, voldoende aanknopingspunten biedt om op te treden. Ook is het zo dat gemeenten gebruik kunnen maken van de Leegstandwet en eigenaren van vastgoed leegstandbeheerders kunnen inschakelen teneinde te voorkomen dat een pand wordt gekraakt

Vraag 6

Houden politie en gemeenten bij welke kraakpanden er in hun stad of regio zijn en of deze ontruimd zijn of nog ontruimd gaan worden? Welke knelpunten zijn er bij de informatiehuishouding over kraakpanden?

Antwoord 6

De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft voor mij een uitvraag gedaan bij gemeenten en daarop reacties ontvangen van 9 gemeenten van verschillende omvang. Informatie over kraakincidenten wordt bijgehouden via de reguliere systemen van de politie en het Openbaar Ministerie. Daarbij zijn geen knelpunten gemeld.

Vraag 9

Deelt u de mening dat kraken diefstal is?

Antwoord 9

Kraken is in juridische zin niet gelijk aan diefstal maar kan wel dezelfde gevolgen hebben.

Vraag 12

Bent u bekend met de documentaire over de kraak en ontruiming van Hotel Mokum?3 Is het in een documentairefilm verwerken van instructies over hoe te kraken strafbaar?

Antwoord 12

Ik ben bekend met de documentaire. Het is in zijn algemeenheid niet strafbaar om in een journalistiek document te berichten over wat door derden gezegd wordt. Tegelijkertijd is het altijd afhankelijk van feiten en omstandigheden of er sprake is van een strafbaar feit. Dit is aan het Openbaar Ministerie en ultiem de rechter om te beoordelen.

Vraag 13

Bent u bereid om publieksvoorlichting op het verbod op kraken in te zetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord 13

Hierin is niet voorzien. Ik acht een publiekscampagne weinig zinvol gezien de beperkte omvang van het fenomeen.

Vraag 14

Valt het online oproepen tot een kraak onder opruiing? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 14

Opruiing, oftewel het oproepen tot het plegen van strafbare feiten of tot gewelddadig optreden, is strafbaar gesteld in artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht. Het is aan het Openbaar Ministerie om aan de hand van de feiten en omstandigheden te beoordelen of sprake is van een verdenking ter zake van opruiing. Of een verdachte schuldig wordt bevonden aan overtreding van artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht is uiteindelijk aan de rechter4.


X Noot
1

Telegraaf, 24 maart 2024, Pandeigenaren zijn vernielingen door krakers zat: «Met een moker heb ik de deur ingebeukt» (www.telegraaf.nl/financieel/1480758848/pandeigenaren-zijn-vernielingen-door-krakers-zat-met-een-moker-heb-ik-de-deur-ingebeukt/?utm_source=whatsapp&utm_medium=referral&utm_campaign=whatsapp).

X Noot
2

Kamerstukken I, 2020–2021, nr. 31 (Wet handhaving kraakverbod, 23 maart 2021)

X Noot
3

AT5, 22 maart 2024, Kraak en ontruiming Hotel Mokum van binnenuit gefilmd: «Film is een symbool van verzet» (www.at5.nl/artikelen/225742/documentaire-hotel-mokum-amsterdam).

X Noot
4

In 2020 oordeelde de rechtbank Amsterdam dat de oproep tot het kraken van huizen kan vallen onder het delict opruiing (ECLI:NL:RBAMS:2020:4675). In hoger beroep oordeelde het Gerechtshof Amsterdam dezelfde uitlating echter niet bewezen als opruiing (ECLI:NL:GHAMS:2022:726).

Naar boven

Disclaimer

De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.