Vragen van de leden Pechtold en Swinkels (beiden D66), Van Toorenburg (CDA) en Van Raak (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een terreurverdachte op het vliegtuig naar Turkije kon stappen (ingezonden 7 november 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 21 december 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 663.

Vraag 1, 2, 7 en 10

Waarom was er op het moment dat het Nederlandse bureau SIRENE geen contact kreeg met de Landelijke Eenheid van de politie en het team Contra-Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER) om het bericht over de uitreizende terreurverdachte door te zetten geen andere (mobiele) telefonische communicatie mogelijk met betreffende instanties?1 Is het 088-nummer het enige nummer dat op dit soort momenten gebeld kan worden?

Is het gebruikelijk dat 088-nummers gebruikt worden voor communicatie tussen de Inlichtingendienst van de Landelijke Eenheid van de politie en het team CTER?

Of was er bijvoorbeeld een doorschakeling ingesteld voor het betreffende 088-nummer, waarmee bij onbereikbaarheid gesprekken doorgeschakeld worden naar één of meerdere mobiele nummers? Zo nee, waarom niet? Acht u de urgentie van de inhoud van betreffende gemiste boodschap niet dusdanig groot dat altijd een alternatief voorhanden zou moeten zijn om alsnog telefonisch te kunnen communiceren?

Hoe verklaart u het gegeven dat de e-mail met de betreffende informatie over de terreurverdachte pas op maandagochtend is gelezen? Waarom wordt de inbox van dit e-mailadres niet 24/7 door het team CTER gecontroleerd? Acht u het niet van belang dat wanneer e-mailverkeer het alternatief voor telefonische communicatie is om berichten betreffende informatie over bewegingen van terreurverdachten uit te wisselen, dit e-mailverkeer 24/7 beheerd wordt?

Antwoord 1, 2, 7 en 10

Het SIRENE-bureau is onderdeel van de Landelijke Eenheid van de politie. Binnen een aantal politiediensten worden 088-nummers gehanteerd, via welke doorkoppeling naar het mobiele toestel van de persoon die op dat moment piketdienst heeft wordt georganiseerd. Hierdoor kan de betreffende dienst met één telefoonnummer bereikt worden.

De melding van het Duitse-bureau SIRENE werd op zaterdag 27 februari om 23:43 uur in Nederland ontvangen en betrof een informatierapport waarin een zogenoemde «hit» op een signalering voor een onopvallende controle op betrokkene stond (signaleren met het oogmerk tot het vergaren van informatie en niet tot aanhouding). Dit type signalering heeft tot doel om informatie te vergaren en de spoedeisendheid van de opvolging van deze informatie zal per geval moeten worden afgewogen door rechercheurs en de officier van justitie.

Een signalering ter fine van aanhouding had de Duitse autoriteiten tot ander handelen bewogen. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven voortaan in beginsel een preventief Europees Aanhoudingsbevel uit te vaardigen tegen terrorismeverdachten die met schorsende voorwaarden van (voorlopige) hechtenis zijn ontheven.

In deze casus kon aan de voorkant het spoedeisende karakter van de melding door het SIRENE bureau niet worden vastgesteld. Op grond van de geldende instructie is de informatie doorgegeven aan de betreffende afdelingen die deze inschatting konden maken (de Inlichtingendienst van de Landelijke Eenheid van de politie en het team Contra-Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER)). Vanwege een storing op de interne servers van de basisvoorziening telefonie van de politie, was telefonisch contact via de basisvoorziening telefonie niet mogelijk en is de melding per e-mail doorgegeven. Zoals in de beantwoording op de vorige set Kamervragen gemeld, zijn maatregelen getroffen om de bereikbaarheid van de betrokken afdelingen van de politie te waarborgen, ook in geval van een technische storing van de basisvoorziening telefonie. Onderdeel hiervan is het verspreiden van mobiele nummers van de betreffende medewerkers.

De e-mailbox van het team CTER wordt niet 24/7 uitgelezen. Daarom geldt de

werkafspraak dat meldingen altijd telefonisch worden doorgegeven, of indien dit niet mogelijk is fysiek contact wordt gezocht. Dit is opnieuw onder de aandacht gebracht van de betrokken afdelingen.

Vraag 3

Hoe vaak heeft eerder een storing plaatsgevonden met de 088-nummers op een interne server van de politie? Hoe vaak betrof dit het specifieke 088-nummer dat die avond gebruikt werd?

Antwoord 3

In dit geval is de storing op de interne server aangemerkt als een «Prioriteit 1»-storing. Dit betekent dat sprake is van een verstoring binnen een vitale (politie)dienst met een hoge impact. Na het constateren van deze telefonische storing is direct gestart met het werken aan een oplossing. Er hebben het afgelopen jaar 10 «Prioriteit 1» verstoringen in de Basisvoorziening Telefonie plaatsgevonden. In twee gevallen, waaronder het onderhavige, ging het om een landelijke storing waarbij de hele basisvoorziening telefonie is uitgevallen. In de overige gevallen is niet na te gaan is welke nummerreeksen werden getroffen.

Vraag 4

Kunt u toelichten wat wordt bedoeld met een «telefonische storing in de 088-nummers op een interne server van de politie»? Hoe kan telefonische communicatie afhankelijk zijn van een interne server? Waarom wordt dit nummer via een interne server gebruikt?

Antwoord 4

De politie is sinds enige tijd overgegaan van tientallen regionale bedrijfstelefooncentrales naar één landelijke Voice over IP (VoIP) telefonie oplossing. Deze staat intern bekend als de basisvoorziening telefonie. Deze is redundant uitgevoerd, draait op meerdere servers in het landelijke rekencentrum van de politie en maakt gebruik van het interne datanetwerk van politie. Ondanks deze redundantie zijn storingen niet uit te sluiten. De politie kiest ervoor om servers in eigen beheer te hebben. Naast kostentechnische aspecten liggen hieraan overwegingen ten aanzien van de beveiliging van deze servers ten grondslag.

Vraag 5

Welke maatregelen zijn er om onbereikbaarheid van de betreffende 088-nummers die gebruikt worden voor interne communicatie tussen betreffende diensten op te vangen?

Antwoord 5

Om de bereikbaarheid van de politiediensten te verzekeren, zijn de mobiele nummers van de piketmedewerkers verspreid zodat ook bij storingen direct contact gezocht kan worden. De noodzaak om een melding in direct contact en niet alleen per e-mail – eveneens bij een storing – door te geven is opnieuw onder de aandacht gebracht.

Om de betrouwbaarheid van de basisvoorziening telefonie te verbeteren, is er monitoring ingeregeld om sneller in te kunnen grijpen bij een storing en zo de impact te beperken. Er wordt ook een uitwijkomgeving opgebouwd, welke in de eerste helft van 2017 operationeel zal zijn. Bij verstoringen van de aard zoals hier besproken kan het verkeer voor kritieke diensten hiernaar omgeleid worden. Hierdoor kan de duur van een mogelijke verstoring voor deze kritieke diensten aanzienlijk worden verkort.

Vraag 6

Was er bijvoorbeeld een noodstroomvoorziening voor het betreffende 088-nummer om bij onbereikbaarheid alsnog contact te kunnen maken? Zo ja, waarom werd deze niet ingeschakeld toen de storing zich voordeed? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De basisvoorziening telefonie heeft de beschikking over een noodstroomvoorziening. Deze is niet gebruikt omdat de stroomvoorziening niet de oorzaak van de verstoring is geweest en het inschakelen van de noodstroomvoorziening de verstoring dus niet had verholpen.

Vraag 8

Op welke wijze en wanneer werd duidelijk dat er een storing was?

Antwoord 8

De ICT-afdeling van de politie heeft op de avond van zaterdag 27 februari 2016 om 21.36 uur de storing geconstateerd. Er is een interne melding gedaan bij de ICT-helpdesk, die direct begonnen is met het onderzoeken en verhelpen van de storing. Op zondag 28 februari om 11.55 uur was de telefonische storing definitief verholpen.

Vraag 9

Door wie is de storing uiteindelijk verholpen? Kunt u de storingsrapportage aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 9

De storing is opgelost door interne ICT medewerkers van politie. Vanwege de gedetailleerde informatie over de interne systemen van de Nationale Politie en de kwetsbaarheid daarvan ten aanzien van mogelijk misbruik, zal ik de storingsevaluatie vertrouwelijk met uw Kamer delen.

Vraag 11

Bestaan er interne afspraken over hoe snel berichten over het aantreffen van terreurverdachten via een onopvallende dan wel opvallende controle door betreffende diensten in behandeling genomen dienen te worden? Zo ja, welke afspraken zijn dit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

De taak van bureau SIRENE beperkt zich tot het doorgeven van ontvangen informatie en ziet niet op de opvolging van deze informatie. Een inschatting van de spoedeisendheid van de ontvangen informatie kan niet door het SIRENE bureau bij signaleringen voor onopvallende controle worden gemaakt. Bij het SIRENE bureau wordt direct gehandeld op ontvangen informatie aan de hand van een signalering in relatie tot terrorismebestrijding en de informatie zo snel mogelijk (in ieder geval binnen 8 uur) doorgegeven aan de behandelende afdelingen, in casu de Inlichtingendienst van de Landelijke Eenheid van de politie en het team CTER.

Vraag 12

Hoe verhoudt zich bovengenoemde handelwijze van de diensten in februari jl. zich tot de stellingname van de regering in het debat eerder naar aanleiding van de aanslagen in Parijs (op 19 november 2015): «Er vindt meer en sneller uitwisseling van gegevens plaats dan ooit.

De inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn ook alle zeer bereid om gegevens uit te wisselen, zeker op het terrorismedossier»?

Antwoord 12

Sinds het verhogen van het dreigingsbeeld in maart 2013 werken alle betrokken diensten in Nederland, waaronder ook de opsporingsdiensten en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, aan het verder verbeteren en optimaliseren van de (inter)nationale informatie-uitwisseling. Dat is een continu proces. Ten tijde van de aangehaalde uitspraak waren er reeds diverse maatregelen genomen om informatie-uitwisseling te verbeteren. De afgelopen periode zijn daar nieuwe maatregelen bijgekomen. Het bijstellen van de werkwijzen als gevolg van actualiteiten hoort bij het permanent verbeteren van onze CT-aanpak.

Vraag 13

Was u, ten tijde van de in de voorgaande vraag geciteerde uitspraak, gedaan tijdens het debat over de aanslagen in Parijs (op 19 november 2015), op de hoogte van het feit dat telefoonstoringen bij de diensten kunnen zorgen voor een vertraagde informatie-uitwisseling en dat spoedeisende e-mails dagen niet gelezen kunnen worden? Zo ja, welke acties heeft u ten gevolge van deze kennis ondernomen?

Antwoord 13

Op het moment van het debat over de aanslagen in Parijs was ik nog niet op de hoogte van onderwerpelijke casus. In algemene zin kan ik mij voorstellen dat een telefoonstoring tot vertraging in de informatiedeling kan leiden. Om het aantal verstoringen, en als het toch voorkomt de impact van een dergelijke verstoring, te beperken, is het essentieel om de telefoonvoorziening op orde te hebben. Daarvoor zijn stappen ondernomen zoals ik in het antwoord op vraag 5 heb toegelicht.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 396

Naar boven

Disclaimer

De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.